PostNL en schijnzelfstandigheid
Casus PostNL werd beticht van het inhuren van schijnzelfstandige zzp'ers. Op grote schaal ontsloeg het bedrijf postbezorgers om ze vervolgens in te huren als zzp'er. Deze zzp'ers hadden vaak maar één opdrachtgever: PostNL. Daarnaast golden er verplichtingen voor de zelfstandige postbezorgers, zoals het dragen van bedrijfskleding van de opdrachtgever. Ook werden specifieke eisen gesteld aan het vervoersmiddel.
Protest In 2015 protesteerde een groot aantal zelfstandige postbezorgers tegen de in jun ogen lage belastingen. Tienduizenden pakketjes werden hierdoor te laat bezorgd. Dit leidde tot akkoord, maar de actie werd de bezorgers niet in dank afgenomen. Van een aantal bezorgers werd de samenwerking opgezegd. Dat kon per direct, omdat ze niet in loondienst waren.
Ontslagbescherming 19 bezorgers spanden hierop een procedure aan. Zij beriepen zich erop dat er sprake was van schijnzelfstandigheid: theoretisch waren zij werkzaam als zzp'er, maar feitelijk was sprake van een arbeidsovereenkomst. En bij een arbeidsovereenkomst hoort ontslagbescherming, aldus de procederende bezorgers.
Naar de rechter De Amsterdamse rechtbank deed in twee zaken uitspraak over een eventueel verkapt dienstverband. Daarbij werd niet alleen gekeken naar de afspraken die PostNL en de betreffende bezorgers vooraf maakten, maar ook naar de samenwerking in de praktijk.
Uiteenlopende uitspraken
Geen zzp'er In één van de twee zaken oordeelde de rechter dat sprake was van een arbeidscontract. Kort voor de samenwerking met PostNL schreef deze bezorger zich in bij de KVK, om vervolgens alleen voor PostNL te gaan werken. Dit zorgde voor zo’n economische afhankelijkheid en een gebrek aan zelfstandigheid dat hij niet als zzp’er kon worden aangemerkt.
Wél zzp'er In een tweede zaak concludeerde de rechtbank dat de pakketbezorger wél als ondernemer kan worden beschouwd. Het gaf de doorslag dat de bezorger al sinds 1989 bij de KVK stond geregistreerd als koerier. Hij werkte sinds 2006 als zelfstandige samen met PostNL. In die tijd nam hij meer routes voor zijn rekening dan hij zelfstandig zou kunnen rijden. De bezorger besteedde deze routes uit waardoor hij niet zelf elke route hoefde te rijden. Deze omstandigheid wijst op zelfstandig ondernemerschap en dus niet op een arbeidsovereenkomst, aldus de rechtbank.